Gasthuisstraat 18
Personen - Verhalen - Foto's - Verkaufsbuch
Personen
Het Oude en Nieuwe Gasthuis (ONG).
Dina van der Horst was 17 toen de oorlog uitbrak. Op dat moment was ze jongste bediende bij Burgers Papier cop bedrijventerrein De Mars. Eind 1940 hadden ze daar geen werk meer voor haar. Dina besloot daarop te solliciteren als leerlingverpleegster bij het Zutphense Oude en Nieuwe Gasthuis (ONG). Deze exploiteerde bij het Zutphens station een psychiatrische inrichting, oftewel krankzinnigengesticht, zoals dat in die tijd werd genoemd.
Het complex bestreek het volledige Basseroordgebied. Ook het badhuis en de wasserij aan de Berkel hoorden erbij. "Als je vanuit de Hoven de stad in liep, kwam je er langs. Je zag soms vrouwen de hele dag met een pop op de arm in de tuin zitten", kan ze zich herinneren. Vanaf de Pont Neuf (de brug over de Berkel) zag je zowel het zusterhuis als het huis waar de klassepatiënten waren ondergebracht.
Ze werd aangenomen, maar moest als leerling wel intern, in het zustershuis. Dat vond ze niet zo erg want haar vriend zat toch ondergedoken om niet in Duitsland te hoeven werken. Haar vader had op de Weg naar Voorst een loodgietersbedrijf. "Naar huis ging ik altijd in uniform. Daarin voelde ik me veiliger als ik over straat ging. De Duitsers hadden ook respect voor dat uniform."
Haar taak was de patiënten te verzorgen en bezig te houden. Een deel van hen lag de hele dag in bed in de ziekenzaal. De anderen verbleven in de waakzaal. "Mensen zaten daar vaak jaren, kregen haast nooit bezoek. Ik mocht er graag mee omgaan."
De mannen- en vrouwenafdeling (aan weerszijden van de Gasthuisstraat) waren streng gescheiden. De zusters werkten alleen op de vrouwenafdeling en de broeders bij de mannen. Je had meerdere klasses. "Op de eerste klasse trof je zelfs mensen van adel aan. Die moesten denk ik flink bijbetalen."
Ze heeft tot september 1944 in Zutphen gewerkt. Daar kwam een eind aan met het bombardement van de munitietrein op het aangrenzende spooremplacement. "Ik had dagdienst op de waakzaal. En moest toen de beschieting van de trein begon de deuren van slot halen, zodat iedereen weg zou kunnen." Het complex liep aardig wat schade op.
Reden voor de leiding om alle patiënten te evacueren naar 'buitengesticht' het Groot Graffel in Warnsveld. Dat gebouw was daar natuurlijk helemaal niet op berekend. Er moesten zelfs patiënten op de gang slapen. De situatie werd nog nijpender toen er ook nog evacué's uit het westen bij kwamen.
Dat het toch een verstandige beslissing was, bleek op vrijdag 14 oktober 1944 bij het mislukte bombardement van de IJsselbrug. Het zusterhuis, de wasserij en het badhuis werden daarbij zwaar getroffen. Zij was die dag net bij haar ouders om zich voor te bereiden op een week nachtdienst. "Het was de verjaardag van mijn zus. We hadden appels gehaald in Voorstonden toen we al die vliegtuigen zagen overkomen. We doken in een sloot en zagen dat ze wat lieten vallen. Even later zag je de rookwolken. De brug was heel gebleven, maar we mochten van mijn vader niet gaan kijken."
Twee collega's van haar die op weg waren om de verjaardag van haar zus mee te vieren, waren toen net al in de stad. Ze konden in de grote kelder van de Landbouw Winterschool op de Rozengracht bescherming vinden. Later toen ze met de fiets naar Warnsveld ging, zag ze wat voor ravage er was aangericht.
Bij de bevrijding van Zutphen en Warnsveld, april 1945, bleek het buitengesticht toch weer niet zo'n goede plek te zijn. Het kwam in de frontlinie te liggen, De granaten van de Canadezen troffen zelfs de ziekenzaal. Voor dokter Van Bork aanleiding om gewapend met een witte vlag tussen de linies door te gaan en de Canadezen erop attent te maken dat ze bezig waren een ziekenhuis te beschieten.
Dina van der Horst kan zich nog herinneren dat er een paar dagen later een Canadese militair langs kwam. "Hij zei dat we 'tomorrow at 7 o'clock' bevrijd zouden zijn en dat klopte precies.'' De ellende voor Dina was toen nog niet voorbij. Er heerste namelijk tyfus op het Groot Graffel. En ook Dina had de ziekte in haar lijf. Reden voor haar vader om haar daar weg te halen. Ze moest weken in quarantaine. En lag tijdens de bevrijdingsfeesten in de barakken achter het Coehoornsingelziekenhuis. Ze had zich het weerzien met haar vriend anders voorgesteld. - Meer foto's op www. destentor.nl/verdwenenstad