Frans Halslaan 64
Personen - Verhalen - Foto's - Verkaufsbuch
Personen
Herman Meijers (geb. 20 maart 1900 Hengelo Gld, vermoord 11 juni 1943 Sobibor, 43 jaar), Vrouwtje Meijers-de Liver (geb. 20 augustus 1909 Maastricht, vermoord 11 juni 1943 Sobibor, 33 jaar), dochter Trijntje (geb. Zutphen 14 juni 1932, vermoord 11 juni 1943 Sobibor, 10 jaar) en zoon Lion (geb. 11 december 1933 Zutphen, vermoord 11 juni 1943 Sobibor, 9 jaar)
De broers Herman en Jacob groeiden op in het Gelderse Hengelo, als twee van de vijf broers Meijers. Er werd in huize Meijers door de ouders veel gezongen. Het gezin Meijers was religieus (niet orthodox, maar wel behoudend) en ze gingen altijd naar de sjoel in Hengelo, waar voor de oorlog zo’n 20 Joodse gezinnen woonden. Vader Levi Meijers deed ook dienst in de sjoel en op zaterdag sloot hij zijn zaak. Het gezin had heel veel kennissen in en rond Hengelo. Zowel op sportief als muzikaal gebied waren de broers Meijers actief in het Hengelose. Zo speelden ze voetbal bij de lokale vereniging ‘Hercules’ en bliezen ze hun partijtje mee in de lokale fanfare ‘Concordia’.
Moeder Jetta was gastvrij en iedereen was er altijd welkom. Vader Levi werkte in Hengelo en omgeving voor de stoffenzaak van de firma Windmuller. Hij ging met een fiets vol stoffen langs bij klanten in de nabije omgeving. Deze firma uit Winterswijk had een aantal vaste klanten en was in de buurt een begrip. Na een aantal jaren begon vader Levi voor zichzelf en vroeg de grossiers rechtstreeks aan hem te leveren. Zoon Jacob hielp hem daarbij, ook al wilde hij eigenlijk niet in vaders zaak werken, maar journalist worden.
Kleermaker in Gendringen
Jongere broer Herman had kennelijk meer interesse voor het vak en behaalde een diploma voor kleermaker. Met dit diploma op zak ging hij bij een Joodse familie inwonen en werken in Gendringen. Vervolgens vertrok hij in juli 1917 op 17-jarige leeftijd richting Geffen, een dorp bij het Brabantse Oss, om daar ruim een half jaar te werken. In 1918 kon hij aan de slag als kleermakersknecht aan de Kerkstraat in Amsterdam. Na deze omzwervingen keerde hij terug naar Hengelo, waar hij kos tuums maakte en leerde om kleding te verstellen. Hij werkte als vertegenwoordiger van de firma Menco in Almelo en kreeg later zelfs een auto van de zaak; iets wat in die tijd heel bijzonder was.
Volgens het Adresboek Zutphen 1930 woonde en/of werkte Herman in 1930 op de Nieuwstad 40a. Op dat adres stonden ook zijn oudere broer Jacob en zijn jongere broer Elie ingeschreven. Jacob was inmiddels journalist geworden en agent bij de Graafschapsbode. Hij werkte een tijd op de redactie van uitgeverij Misset.
Verhuizing naar Frans Halslaan
Jacob en Herman verhuisden naar de Frans Halslaan. Op een foto uit 1928 is te zien dat moeder Jetta trots de eerste steen legt bij de woning van haar zoon Jacob, Frans Halslaan 66. In de oorlog werd de steen door de Duitsers uit de muur gehaald en vernietigd. Na de oorlog werd de foto van de steenlegging zwaar beschadigd teruggevonden. Herman kwam met zijn gezin op Frans Halslaan 64 te wonen en broer Elie woonde met zijn gezin ook in de buurt, namelijk op Ruysdaelstraat 1.
Jacob en Roos vierden rond 1938 hun 12,5 jarig huwelijk. De hele familie kwam bij elkaar in de achtertuin en er werd een foto genomen. Tijdens een interview in 1996 toonde Elie Meijers deze foto en vertelde hij wie er allemaal op staan. Het lijkt erop dat dit nog de enige overgebleven foto is, waar alle kinderen op staan. Helaas hebben we het origineel van deze foto niet kunnen achterhalen.
Roos Meijers-Jacobs
Over Roos Meijers-Jacobs, echtgenote van Jacob, is geen aanvullende informatie gevonden. Haar ouders Sara Jacobs-Northeimer en Manuel Jacobs woonden bij hen in. Zij trouwden in 1896 in Millingen aan de Rijn en het is niet bekend wanneer zij aan de Frans Halslaan kwamen wonen. Op 22 september 1940 overleed Manuel Jacobs op 73-jarige leeftijd in Zutphen. Kinderen Jet en Manuel (in het dagelijks leven Manno genoemd) werden via de kindertransporten uit Vught op 6 of 7 juni 1943 naar Westerbork weggevoerd. Van daaruit vertrokken zij op 8 juni 1943 samen met hun moeder met het transport naar Sobibor, waar zij allen op 11 juni 1943 werden vermoord.
Vrouwtje Meijers-de Liver
Ook over Vrouwtje Meijers-de Liver, echtgenote van Herman, hebben we geen verdere informatie kunnen vinden. Wat we weten is, dat ze opgroeide in Maastricht waar haar vader Isaac godsdienstonderwijzer was. In het dagelijkse leven werd ze Fia genoemd. Wel zijn we in contact gekomen met een van haar nabestaanden. Dochter Trijntje werd in het dagelijks leven Truusje genoemd. Zij werd in juni 1943, net als haar broertje Lion van 9 jaar, op 10-jarige leeftijd op kindertrans port gesteld en uit Vught via Westerbork naar Sobibor vervoerd, waar zij werden vermoord.
Opgepakt en meegevoerd
In 1942 werd Herman Meijers opgepakt. Meijer Groen vertelt hierover in het boek ‘Dat overleef ik wel’ van Jaap C. Riemens (p.109): “Op een middag was ik bij dit gezin op bezoek. Er werd aangebeld door de twee Zutphense rechercheurs Hendrik Ot ten en Hendrik ter Mul. De laatste was in Gorssel geboren en woonde ook een tijdje in de schildersbuurt. Beiden werkten al lang in Zutphen, eerst als agent van politie, later als rechercheur. Herman en zijn vrouw Vrouwtje de Liver zaten met hun kinderen - Trijntje van tien en Lion van negen jaar - te lunchen…'We komen jullie halen', zeiden de mannen, 'jullie moeten mee naar het bureau.' Daarop zei Herman verbaasd: 'Ik heb niets misdaan, dus waarom?' 'Omdat de commissaris ons opdracht gegeven heeft.' Meijer kon het zich nog goed herinneren. “Protesteren hielp niet. Ze moesten mee met achterlating van alles. Niemand hoorde ooit nog iets van dit gezin.” Ze werden alle vier op 11 juni 1943 vermoord in Sobibor.
Dit verhaal is geschreven door Corinne Abbas & Gerard Borgonjen
Foto's
Verkaufsbuch
De koper was Gerardus Julianus Johannes Weernink, Markt 33-35 Zutphen.
De administratie hiervan staat in de zogeheten Verkaufsbücher die het Nationaal Archief bewaart.