Martinetsingel 17



Verhalen


"Als je in het hoekje van de binnenplaats ging staan kon je nog net wat zonnestralen opvangen" Gebons op de deur. Het zijn de Duitsers! Mevrouw Van der Vegte opent de deur en blokkeert de toegang. "Niemand komt hier naar binnen", zegt ze tegen de soldaten. "Grootmoeder is ziek en heeft rust nodig." De Duitsers druipen af. Nooit hebben ze kunnen bevroeden dat er tien onderduikers bij grootmoeder op de kamer zaten. Na 65 jaar is Aryeh Hazon samen met zijn dochter Elizabeth terug op de plek in Zutphen waar het allemaal begon. Elizabeth schrijft in het Hebreeuws een biografie over het leven van haar vader. Naar een vertaler voor een uitgave in het Nederlands of Engels wordt nog gezocht. "Hier aan de Martinetsingel 17 ben ik geboren en woonde ik tot 26 augustus 1942. Op die dag vertrokken we één voor één naar ons onderduikadres bij familie Van der Vegte aan de Oude Wand 94. Het zou maar voor even zijn. Pessimisten gingen uit van een half jaar; optimisten van enkele maanden. Niemand dacht dat het zo lang zou duren."  Uiteindelijk verbleven tien onderduikers twee jaar en acht maanden in het huis aan de Oude Wand. Het huis aan de Martinetsingel, waar tegenwoordig een tandartsenpraktijk is gevestigd, werd door de Duitsers in de oorlog gebruikt als bordeel voor soldaten. Nu wordt er een documentaire gemaakt over het leven van Aryeh Hazon en zijn familie. Tijdens de opnamen vertelt Hazon, al lopende over historische grond, zijn levensverhaal. "Wilt u nog even vanaf die hoek aan komen lopen", vraagt de regisseur. Hazon, 82 jaar, trekt even een sprintje en staat al weer op de hoek. De naam Hazon nam Aryeh pas in Israël aan. Daarvoor was zijn achternaam nog Krukziener. Een niet onbekende naam in Zutphen, zeker niet ten tijde van en voor de Tweede Wereldoorlog. De drie broers Alex, Meyer en Sally Krukziener maakten de pettenfabriek aan de Beekstraat in Zutphen tot de grootste van Nederland. Kort nadat Meyer en Alex met hun gezinnen onderdoken, werd het gezin van Sally Krukziener door de Duitsers opgepakt. Ze hadden het gevaar niet op tijd gezien en werden meteen via kamp Westerbork doorgestuurd naar vernietigingskamp Sobibór in Polen waar ze niet levend vandaan kwamen. Met een krakend geluid opent Hazon de voordeur van het huis aan de Oude Wand 94. "Van buiten is het pand nog hetzelfde, maar van binnen is er veel veranderd. Vroeger zat hier het kantoor van de drukkerij van meneer Van der Vegte. En deze trap naar boven gebruikten we om in beweging te blijven." De familie Krukziener verbleef voornamelijk boven. De enige plek waar ze buiten konden zijn, was het kleine binnenplaatsje achter het huis. "Als je in het hoekje van de binnenplaats ging staan kon je nog net wat zonnestralen opvangen", vertelt Hazon. Het is moeilijk om je voor te stellen hoe tien mensen de hele dag samen met de tachtigjarige moeder van Van der Vegte, die al in het gezin was opgenomen, op één kamer zaten. Alex en Meyer waren beiden getrouwd. Alex had twee kinderen en Meyer, de vader van Aryeh, drie. Alle vijf de kinderen waren tieners. De tiende ondergedoken persoon was een vriendin van de familie Van der Vegte, lerares Fiet Noach. Hazon: "Het was niet gemakkelijk. Mijn vader en oom waren zakenmensen die gewend waren zich vrij te bewegen. Er was spanning en soms ook ruzie. Maar na een strenge blik van opoe (moeder van meneer Van der Vegte) over haar bril was iedereen altijd weer stil. De familie Van der Vegte behandelde altijd iedereen gelijk." Na enige tijd ondergedoken te hebben gezeten kwam er een zware slag. De moeder van Aryeh, Elizabeth, werd ziek en overleed. Haar op een normale manier begraven was, vanwege het gevaar verraden te worden, niet mogelijk. Mevrouw Van der Vegte nam daarop het lichaam van Elizabeth mee op de fiets en liet het achter in de Berkel. De volgende dag werd het lichaam gevonden. Doordat de arts die de autopsie deed als één van de weinigen afwist van de onderduikers, weet hij het overlijden van de Joodse vrouw aan zelfmoord. Elizabeth Krukziener werd vervolgens begraven op de Joodse begraafplaats. Na de bevrijding van Zutphen in april 1945 waaide de familie Krukziener uit over de wereld. Aryeh Hazon woont vanaf 1946 in Haifa/Israël. Bron: De Stentor 31 augustus 2007 Hier en hier zijn advertenties te zien van M.M.Krukziener in Het Nieuw Israëlisch Weekblad van 1945, waarin hij vraagt naar een dame/huishoudster. Hier kunt u de aankondiging lezen van na de Tweede Wereldoorlog in Het Nieuw Israelisch Weekblad van de Joodsch Cultureele Vereeniging waar M. Krukziener in het bestuur kwam.    



Foto's




Verkaufsbuch


De nazi's dwongen N. Neijer-Cutzen om Martinetsingel 17 te verkopen.
De koper was M.M. Hiemstra, Eerste Dorpsstraat 11 Zeist.
De administratie hiervan staat in de zogeheten Verkaufsbücher die het Nationaal Archief bewaart.