Martijn Koppel

Martijn was de zoon van Louis Koppel (Zutphen, 21/05/1888 - Sobibor, 9 april 1943) en Betsij Hendrina Koppel-Meijers (Almelo, 24/03/1895 - Sobibor, 9 april 1943). Ze werden tesamen in Sobibor omgebracht. Ze zaten ondergedoken in de Adelheidstraat 162 te Den Haag.
Martijn Koppel verbleef van 16 juli 1940 tot 25 november 1941 op de in 1937 voor Palestina-Pioniers opgerichte Joodse Jeugdfarm in Gouda, de villa Catharinahoeve met ruim twee hectare grond. Bron: F. van der Straaten, Om nooit te vergeten. Herinneringen en belevenissen aan de Palestina-Pioniers gedurende de oorlogsjaren 1939-1945 (Mijnsheerenland s.a.) 165-166, 214 Met een gedenkteken in Den Haag worden de joodse slachtoffers uit die gemeente herdacht. Een beschrijving van dit gedenkteken is te vinden op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.