Rembrandtstraat 6

Weggevoerd van Rembrandtstraat 6

Er is een Stolperstein gelegd voor Siegfried Israël
Er is een Stolperstein gelegd voor Karoline
Er is een Stolperstein gelegd voor Irmgard
Er liggen Stolpersteine voor dit pand.
Vraag hier aanvullende stenen aan.

Uit: Joodse bewoners in de Schilderswijk Zutphen,
een zoektocht naar verhalen



Siegfried Günzburger (geb. 5 oktober 1885 Emmendingen, Baden-Württemberg (Duitsland), vermoord 7 juli 1944 Auschwitz, 58 jaar), Karoline (Lilly) Günzburger Heß (geb. 10 september 1899 Landau in der Palz, Rheinland Pfalz (Duitsland), vermoord 28 februari 1945 Stutthof, 45 jaar) en hun dochter Irmgard Günzburger (geb. 26 januari 1924 Mannheim (Duitsland), vermoord 28 februari 1945 Stutthof, 21 jaar) Overlevende: Zoon en broer Werner Jonas Günzburger (geb. 1 januari 1922 Landau, ovl. 18 maart 1996, Largo (Florida, Verenigde Staten), 74 jaar) 

“Ich gebe keinem Deutschen die Hand, der vor 1930 geboren ist. Woher soll ich wissen ob er nicht mit der Ermordung meiner Eltern und meiner Schwester was zu tun hatte.”(1)

 

Mijn naam is Esther Bánki en ik woon in het huis Rembrandtstraat 8 en heb mij in de geschiedenis van het huis verdiept. Ik heb geprobeerd meer te weten te komen over de familie Günzburger, die er tussen november 1940 en oktober 1942 woonde. Waar kwamen ze vandaan en wat was hun achtergrond? Via de Stolpersteine die bij het oorspronkelijke woonhuis van de Günzburgers in Landau in der Pfalz liggen, kwam ik te weten dat hun zoon Werner in 1938 naar Amerika was gevlucht. Door Janette Katz-Gomori, de achternicht van Werners echtgenote, kwam ik meer te weten over hun geschiedenis. 

Tot april 1939 woont het gezin Günzburger in de Ludowicistraße 15, Landau in der Paltz. (2) Siegfried Günzburger is handelaar in ruwe tabak en richt hiervoor in 1922 een handelsmaatschappij op. Het bedrijf is gevestigd in de Ostbahnstraße 9 te Landau. Siegfried Günzburger is luitenant in het Duitse leger in de Eerste Wereldoorlog en wordt na afloop onderscheiden met het IJzeren Kruis voor zijn verdiensten. Hij is lid van de Reichsbund jüdischer Frontsoldaten en sinds oktober 1936 voorzitter van plaatselijke afdeling Landau. In januari 1939 wordt deze afdeling opgeheven.(3) 

Wanneer dochter Irmgard nog in Landau woont, bezoekt ze de Städtische Höhere Töchterschule (nu: Max-Slevogt-Gymnasiums/MSG) in Landau). Dit was een meisjesschool voor zowel protestantse als Joodse meisjes. Ondanks het verbod kre gen 25 Joodse meisjes hier tot 9 november 1938 les.(4) Als de nazi´s systematisch het leven van de Joden in Duitsland onmogelijk maken, komt de gedachte op te emigreren. Een verre verwant van Karoline Günzburger in Amerika wordt gevraagd borg te staan voor de familie. Hij is bereid voor slechts één familielid borg te staan. Besloten wordt dat Werner zou gaan.(5) Op 24 juni 1938, 16 jaar oud, arriveert Werner in New York. In 1941, meldt hij zich bij de Amerikaanse luchtmacht aan en wordt snel tot Staf Sergeant bevorderd. Hij is marconist aan boord van een bommenwerper.(6) In juni 1944 wordt zijn vliegtuig bij een bombardement op een van de stations van Budapest, aangeschoten. Werner weet zich te redden met zijn para chute, maar wordt gearresteerd door de Hongaarse politie. Hij wordt overgedragen aan de Duitsers en verblijft in verschillende Duitse krijgsgevangenenkampen.(7) 

Na de bevrijding keert hij kort naar Amerika terug om snel daarna uitgezonden te worden naar Duitsland om daar nazi’s op te sporen. Hij werkt voor het Ameri can Army Office for Censorship. Daar ontmoet hij zijn toekomstige echtgenote  Charlotte Wolff. Ze trouwen in New York en startten een nieuw leven. Hij maakt carrière in het bankwezen. Ze wonen in New York, Louisville, Kentucky en San Francisco. Ze doen veel aan liefdadigheid. In 1987 bezoeken zij Landau.(8) 

Na de Kristallnacht, op 11 november 1938, wordt Siegfried opgepakt en in Dachau gevangen gezet. Zijn vrouw Karoline wordt diezelfde dag uit haar huis gehaald en naakt naar het station gedreven. (9) Siegfried wordt na enkele weken weer vrijgelaten. Langer in Duitsland blijven is geen optie meer. 
Op 15 april 1939 vlucht Siegfried samen met zijn vrouw en dochter naar Neder land. De bedoeling is om vanuit Rotterdam door te reizen naar Amerika, waar zijn zoon Werner een jaar eerder is aangekomen. Van gerespecteerde Duitse burgers worden zij Duitse vluchtelingen in Nederland, zonder status, geld en toekomst. Ze verblijven in het vluchtelingenkamp van de Holland-Amerika Lijn (HAL) te Rotterdam. Irmgard verblijft er nog als haar ouders al op kamers in Rotterdam wonen, onder andere in de Pluimhoefstraat 2 en in de Mathernessenlaan 320 te Rotterdam. (10) Op 9 september 1940 moeten alle Joodse vluchtelingen Rotterdam verlaten. 

De familie Günzburger komt via bemiddeling van het Comité voor Joodse Vluchtelingen in Zutphen terecht. Ze wonen ruim twee jaar in de Rembrandt straat, waar ze twee gemeubileerde kamers met keuken huren voor dertig gulden. (11) Financiële steun ontvangen ze van het Joodse Comité. Irmgard gaat zelfs een opleiding doen. In de Zutphense Courant van 19 juli 1941 wordt haar naam genoemd. Zij is bevorderd naar de tweede klas van de opleiding thuisnaaisters aan de 'vakschool voor meisjes' te Zutphen. Ook slaagde ze voor het getuigschrift 'patroonteekenen- en knippen' van de coupeuse cursus. Al in Rotterdam blijkt ze belangstelling te hebben in deze richting. In het archief van de Stichting Duitse oorlogskinderen in Nederland (Dokin) is correspondentie te vinden tussen Sieg fried en het ministerie over de plaatsing van Irmgard als leerlinge bij het dames hoeden atelier “Maison Annie” te Rotterdam. Of zij hier daadwerkelijk geweest is, is onbekend.(12) 

Begin oktober 1942 worden de Günzburgers naar doorgangskamp Westerbork gebracht. Op 18 januari 1944 zijn ze op transport naar Theresienstadt gezet om uiteindelijk in Auschwitz terecht te komen. Terwijl Werner krijgsgevangene in Polen is, wordt zijn vader op 7 juli 1944 in Auschwitz vermoord. Zijn moeder en zus worden intussen overgebracht naar KZ Stutthof waar ze op 28 februari 1945 eveneens worden vermoord.(13) 

Dit verhaal is geschreven door Esther Bánki 

Noten:

  1. Der Stern, Freundschaft mit einem Feind, heft nr.12 42 Jahr 16 bis 22 März 1989

  2. Stolpersteine van hele gezin in Landau in der Pfalz (Ludowicistraße 15) waarschijnlijk laatste woonadres in Duitsland

  3. Siegfried H. Lehnigh, Eine deutsche Katastrophe, 1933-1940, 2010. Stichtte in 1922 Handelsmaatschappij voor ruwe tabak. Bedrijfspand Ostbahnstraße 9, Landau. 

  4. 25 Stolpersteine, 25 Schickschale, Max-Slevogt-Gymnasiums/MSG) in Landau 

  5. Brief aan Jonas Hiller, New Orleans, Lousiana uit Landau juni 1938

  6. Hij vocht in de 451 Heavy Bomber, European Theatre.

  7. Hij was gevangen in Stalag Luft 4 Gross-Tychow (vroeger Heydekrug, nu Tychowo, Polen) Pommeren, Pruisen, Wobbelin bei Ludwigslust en Usedom bei Savenmunde) 54-16.

  8. Der Stern, Freundschaft mit einem Feind, 1989

  9. Idem

  10. Correspondentie in archief van de Stichting Duitse oorlogskinderen in Nederland (Dokin) www.dokin.nl, geraadpleegd 18 maart 2021

  11. Archief Joodse Gemeente Zutphen in Erfgoedcentrum Zutphen

  12. Correspondentie in archief van de Stichting Duitse oorlogskinderen in Nederland (Dokin) www.dokin.nl, geraadpleegd 18 maart 2021

  13. Documenten Bad Arolsen Archiven 



Met dank aan de Schilderswijk.
Het boekje "Joodse bewoners in de Schilderswijk Zutphen, een zoektocht naar verhalen" is hier te downloaden.