Rembrandtstraat 10



Personen


  • Abraham Weijel
    Zutphen,
    Auschwitz,
    Abraham werd 58 jaar
    Er is een Stolperstein gelegd voor Abraham

  • Julia Weijel-ten Brink
    Denekamp,
    Auschwitz,
    Julia werd 49 jaar
    Er is een Stolperstein gelegd voor Julia

  • Carolina Weijel
    Zutphen,
    Auschwitz,
    Carolina werd 25 jaar
    Er is een Stolperstein gelegd voor Carolina

  • Adolphine Elske Weijel
    Zutphen,
    Auschwitz,
    Adolphine Elske werd 19 jaar
    Er is een Stolperstein gelegd voor Adolphine Elske

Abraham Weijel is veehandelaar. Hij groeit op in de Barlheze te Zutphen waar zijn ouders Joseph Weijel en Carolina Zilversmit een slagerij hebben. Later wordt de slagerij voortgezet door een broer en drie zussen. Abraham trouwt in 1916 met Julia ten Brink uit Denekamp (Twente). Zij is een dochter van Samuel ten Brink (koopman) en Minna van der Walde.

Julia komt uit een gezin van elf kinderen, waarvan er enkelen jong overlijden. Voor haar huwelijk werkt ze enkele jaren in het Duitse Norden als dienstbode.(1) Na hun huwelijk wonen ze in de Laarstraat 53 te Zutphen.

Ze krijgen samen drie dochters. Carolina wordt geboren in 1917, een jaar later wordt Wilhelmina geboren. Wilhelmina overlijdt slechts 9 jaar oud in 1927 te Utrecht. Onduidelijk is waaraan. Ze wordt begraven op de Joodse begraafplaats in Zutphen. (2) Het graf is er nog steeds.

In 1923 wordt Adolphine Elske geboren.

In 1933 of 1934 verhuizen ze naar de Rembrandtstraat 18. Dit huis is dan net gebouwd. In 1940 verhuizen ze naar de Rembrandtstraat 10. Zij worden dan de directe buren van Rembrandtstraat 6 (nu Rembrandtstraat 8), waar de familie Günzburger woont. Dochter Elske Weijel en Imgard Günzburger zijn bijna even oud en zijn wellicht bevriend.

Het hele gezin komt op 18 november 1942 in kamp Westerbork aan. Ze worden op 24 november op transport gesteld naar het concentratiekamp Auschwitz. Abraham, Julia en Carolina worden meteen na aankomst in Auschwitz vermoord. Op dezelfde dag worden zijn broer Jacob, diens vrouw Aaltje en hun dochter Carolina, zijn ongetrouwde broer Levi en ongetrouwde zussen Elske en Johanna vermoord.

Aldolphine Elske zal er nog twee maanden leven. Vanuit Auschwitz-Birkenau stuurt Adolphine nog een brief aan haar werkgever Teunis Vergeer, Marspoortstraat 15 in Zutphen.(3) Op 18 februari 1943 wordt de brief ontvangen.(4) Teunis (Ton) Vergeer (1882-1944) was getrouwd met een Joodse vrouw. Hij stuurde levensmiddelen naar Westerbork en liet mensen onderduiken. Adolphine Elske zal hiervan hebben geweten en hem daarom hebben benaderd.(5)

Ook zou ze nog vanuit Westerbork een ansichtkaart hebben gestuurd aan de zus van Joke Withuis uit de Ruysdaelstraat. Zij was een collega van Adolphine bij Vergeer en liep altijd met haar van en naar het werk. Helaas is deze kaart niet meer te traceren. (6)

Een dochter van de zus van Julia (Sophie ten Brink) overleefde de oorlog. Een broer van Julia, Herman, en een zus, Hendrina, waren ondergedoken en overleefden de oorlog.

Een voormalig bewoonster van Rembrandtstraat 10, mevrouw Oskamp Azink, neemt het initiatief om gedenkstenen (‘Stolpersteine’) voor dit gezin te plaatsen. Deze zijn op 2 april 2014 voor de woning geplaatst.
 

Dit verhaal is geschreven door Esther Bánki.

Noten:

  1. website www.oorlogsdodendinkelland.nl, geraadpleegd 19 maart 2021
  2. Hebreeuwse tekst op grafsteen: “Hier rust het meisje Minkele, dochter van de geëerde Avraham Weijel en de naam van haar moeder Gittele. Zij stierf aan de vooravond van de heilige sabbat 26 Tisjrie van het jaar 5688”, www.stenenarchief.nl, geraadpleegd 19 maart 2021
  3. Aanwijzing van Joke Withuis, Zutphen. Haar oudere zus was een collega van “Fientje” bij T.Vergeer
  4. Aantekening op kaart van Adolphine Elske Weijel, cartotheek Joodse Raad
  5. E-mail 18 maart 2021 van Ine Lederer, Haïfa (Israël). Ine Lederer is de
    dochter van Teunis Vergeer
  6. Informatie uit gesprek met Joke Withuis