Hobbemakade 53



Personen


  • Salomon Levie
    Rheden,
    Onbekend,
    Salomon werd 51 jaar
    Er is een Stolperstein gelegd voor Salomon

  • Francina Levie-Levi
    Ede,
    Auschwitz,
    Francina werd 48 jaar
    Er is een Stolperstein gelegd voor Francina

  • Abraham Levie
    Arnhem,
    Auschwitz,
    Abraham werd 13 jaar
    Er is een Stolperstein gelegd voor Abraham

Salomon is grossier in school benodigdheden en trouwt in maart 1918 in Arnhem met Francina Levie. Na hun huwelijk wonen ze eerst nog in Rheden. Daar is Salomon ook opgegroeid samen met zijn ouders en broer Louis, die later in Dieren voorzitter is van de Oost Gelderse kegelbond.

 

Bijna twee jaar is Francina, als ze vanuit  Ede met de rest van haar familie in 1895  naar Warnsveld verhuist. Daar woont ze met haar ouders, broer Sally en zussen Sybilla en Jansje. Haar vader werkt als slager  en in augustus 1891 doet de rechtbank Arnhem de uitspraak dat hij het beheer van  eigen goederen heeft verloren.
In juli 1896 vertrekt hij naar Johannesburg in Zuid-Afrika. In februari 1899 vestigt  de rest van het gezin zich bij hun vader in Zuid-Afrika. Het avontuur duurt niet  lang en na een aantal jaren komt het hele gezin weer terug naar Nederland. Net als  Francina wonen ook haar twee zussen in Zutphen; Sybilla aan Rijkenhage 4a en  Jansje aan de Rozengracht 18.  

Salomon en Francina worden op 30 augustus 1929 ouders van zoon Abraham.  In 1936 verhuist het hele gezin naar de Warnsveldseweg 32 en een aantal jaren later  naar de Hobbemakade 53.  

Tussen 3 en 5 oktober 1942 arriveert het gezin in kamp Westerbork. Aan deze  datum is af te leiden dat vader Salomon al in een Nederlands werkkamp zat.  Dat wordt bevestigd door een ansichtkaart die hij vlak na aankomst in  werkkamp 'Vledder' stuurde aan zijn buurtgenoot Koster die aan de Frans Halslaan 16 woonde. (1) In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 worden de  meeste werkkampen omsingeld door de ‘Ordnungspolizei’. De volgende ochtend  worden de Joodse dwangarbeiders onder bewaking van dezelfde politie te voet,  per vrachtauto of per trein naar Westerbork gebracht. Tegelijkertijd worden veel  van hun gezinnen opgepakt en naar Westerbork gestuurd; vandaar de inschrijving  tussen 3 en 5 oktober. De groep is te groot om op één dag in te schrijven. Velen  worden in de weken daarna naar Auschwitz gestuurd. Het gezin Levie wordt na  vier dagen op 9 oktober 1942 doorgestuurd naar Auschwitz. Meteen bij aankomst  worden Francina en zoon Abraham vermoord.

Salomon wordt vanuit Westerbork verder op transport gesteld. Uit de trein heeft hij  nog een briefje geworpen aan Koster. Salomon had bij kantoorbediende Koster geld  en zilverwerk in bewaring gegeven. Op het briefje schrijft hij “Wij hopen dat deze  brief door goede mensen wordt gevonden en doorgezonden. Daarvoor zeggen wij dank.  Wij zijn op doorreis naar ??? er zijn 3 families nog bij elkaar. Vriend Koster, ik hoop  tot ziens en dat alles mag goed komen. Alle goeds vooral groeten bij mijn familie &  je firma L.” (2). 

Over het lot van Salomon is verder niets bekend. Hij is als vermist geregistreerd;  er is geen overlijdensdatum of -plaats. 

Dit verhaal is geschreven door Anneke Winter