Jan Steenstraat 10

Weggevoerd van Jan Steenstraat 10

Er is een Stolperstein gelegd voor Carel
Er is een Stolperstein gelegd voor Clara
Er is een Stolperstein gelegd voor Abraham
Er liggen Stolpersteine voor dit pand.
Vraag hier aanvullende stenen aan.


De nazi's dwongen Carel Hanouwer om Jan Steenstraat 10 te verkopen. De uiteindelijke koper was J. Kock-Weitkamp, Rijkenhage 10 Zutphen.
De administratie hiervan staat in de zogeheten Verkaufsbücher die het Nationaal Archief bewaart.

Uit: Joodse bewoners in de Schilderswijk Zutphen,
een zoektocht naar verhalen



Carel Hanouwer (geb. 27 november 1880 Zutphen, vermoord 6 september 1944 Aus chwitz, 63 jaar), Clara Hanouwer-Cohen (geb. 26 november 1892 Valburg, vermoord 6 september 1944 Auschwitz, 51 jaar) en zoon Abraham Hanouwer (geb. 18 oktober 1916 Zutphen, overleden 31 oktober 1943 in werkkamp Schoppinitz (Polen), 27 jaar). 

 

Voorbij de Albert Cuijpstraat lagen de weilanden waarop vader Carel, een 
veehandelaar, zijn koeien liet grazen. Carel groeide op in een gezin van zes kinderen, vijf broers en een zus. Hun ouders waren Abraham Hanouwer en Elisabeth Cohen. Alle broers en zussen bleven in Zutphen wonen. Zo woonde zijn broer Jacob op Ruysdaelstraat 2. Diens dochter en dus een nichtje van Carel, Sara Hanouwer, woonde met haar gezin aan de Warnsveldseweg 52. Zus Aaltje trouwde met Jacob Weijel en woonde aan de Graaf Ottosingel. Jacob Weijel had weer broers die in onze buurt woonden; Abraham in de Rembrandtstraat en Joseph in de Jan Steenstraat.

De broers Hanouwer werkten allemaal als veehandelaar en slager. Met uitzondering van Salomon, die was kleermaker op de Nieuwstad. Salomon en zijn vrouw hadden geregeld dat zij konden onderduiken, maar werden op het laatste moment geweigerd. De jongste van het gezin, David, woonde in de Spittaalstraat. Zijn zoon werkte bij de NS. 

In de Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant van 16 oktober 1936 is terug te vinden dat de stier van Carel was ontsnapt en de boel in de stad op stelten had gezet: “Gistermorgen heeft op het veemarktterrein te Zutphen een stier op onbegrijpelijke wijze kans gezien, buiten de afsluiting te komen. Het naar vrijheid dorstende dier maakte een uitstapje naar het centrum van de stad. De winkeliers op het "Rondje", die vroeg uit de veren waren, konden hem rustig langs hun ramen zien gaan. Hij prefereerde toch blijkbaar de ruimte, want na de Beukerstraat te hebben doorgewandeld, begaf hij zich naar het ’s-Gravenhof. Zijn aanwezigheid daar werd echter niet gewenscht geacht door zijn achtervolgers en zoo trok hij terug naar het dichter bewoonde gedeelte van de stad, waar hem de open poort van het Bornhof als het ware een ‘welkom’ toeriep. De rust, die hij zich daar wellicht gedroomd had, werd hem echter niet gegund.”

In 1916 trouwde Carel met Clara Cohen. Clara groeide op met twee oudere broers en een jongere zus. Haar ouders zijn Jacob Cohen en Jenetta Cohen-Blomhof. Samen kregen Carel en Clara, twee kinderen: zoon Abraham en dochter Jenetta (ook bekend als Jeanette). Jenetta werkte als leerling-verpleegkundige in het Israëlitisch Krankzinnigengesticht het Apeldoornsche Bos, waar zij op 27 mei 1940 in dienst was getreden. Zij moet ook op deze examenfoto van het personeel staan, maar helaas is niet bekend waar zij staat.

Dit verhaal is geschreven door Martine & Jan Hodes.
 



Met dank aan de Schilderswijk.
Het boekje "Joodse bewoners in de Schilderswijk Zutphen, een zoektocht naar verhalen" is hier te downloaden.